En daar ging hij dan, de Europese Literatuurprijs 2012, naar Julian Barnes en zijn vertaler Ronald Vlek. Pech voor het duo Houellebecq/De Haan, dat evenwel niet bij de pakken neer wenst te zitten en zijn zinnen heeft gezet op een revanche in het mooie jaar 2017.
De avond waarop de bekendmaking plaatsvond, tevens de afsluiting van de Vertalersgeluk-tournee, was een gedenkwaardige. Géén oesters tijdens het etentje vooraf, wel een bonte collectie wijnsoorten om het verliezersverdriet achteraf mee weg te spoelen, tot diep in de nacht. Van het officiële programma, waaraan ik zelf een bijdrage mocht leveren door mijn geluk te bezingen (met ter adstructie een even melancholieke als aangrijpende passage uit De kaart en het gebied), was vooral de afsluitende discussie met het publiek interessant. De formule die tot de uitverkiezing van de ‘beste vertaalde roman’ had geleid was namelijk niet voor iedereen even duidelijk, de verwarring met ‘best vertaalde roman’ was niet van de lucht en ook de twee aanwezige juryleden leken het ermee eens dat de verdienste van de vertaler in de huidige opzet van de prijs niet echt uit de verf komt: storend slecht vertaalde romans worden niet in de selectie opgenomen, maar verder wordt alleen naar het boek zelf gekeken. Volkskrant-recensent Arjan Peters, die goede vertalers ooit omschreef als vaklieden die de schade beperkt houden, kan tevreden zijn.
Het probleem is alleen dat ‘het boek zelf’ in het Nederlands enkel bestaat als vertaling, wat de intrigerende vraag oproept hoe je een tekst kunt beoordelen zonder naar de concrete woorden op het papier te kijken. NRC-recensent Guus Middag schreef in reactie op Peters:
Het [Engelse] origineel ken je al. De vertaling voegt daar de wonderlijke ervaring van ‘hetzelfde, maar dan anders’ aan toe, vind ik. Het is de sensatie die zich bij elke goede muzikale vertolking voordoet: het is vertrouwd en het is nieuw tegelijk, er klinken twee stemmen door elkaar.
Twee stemmen die zich samen een weg fluisteren, babbelen, jubelen en zwijgen door het boek heen, versmolten tot één. Die ervaring kun je vertalersgeluk noemen, en je zou er een prijs voor kunnen toekennen: de prijs voor het beste duo-auteurschap van een schrijver en een vertaler. Niets is Europeser dan dat, want alleen dankzij die eeuwenlange kruisbestuiving bestaat er zoiets als Europese literatuur. Initiatiefnemers van de Europese Literatuurprijs, neem uw verantwoordelijkheid en herzie uw statuten! En zoals kompaan Hof vorig jaar al schreef: fifty-fifty.