Ziezo. De proeven van De kaart en het gebied zijn gecorrigeerd, het boek kan naar de drukker. Ik verbaas me er altijd over hoeveel er in de productiefase van een vertaling, na het inleveren van de kopij, nog verandert aan een tekst die voor mijn gevoel toch echt definitief was. Niet alleen omdat andere mensen (de persklaarmaker, de redacteur, de corrector, en niet in de laatste plaats mijn eigen proeflezers) waardevolle suggesties geven en me behoeden voor een paar domme fouten, maar vooral ook omdat ik mijn eigen tekst in die fase met een net iets ander oog ga lezen: dat van de atleet die beseft dat dit zijn allerlaatste kans is om zijn prestatie nog te verbeteren. Daarbij speelt gek genoeg ook de typografie een rol: niet alleen maakt een definitief opgemaakte tekst een heel andere indruk op de lezer (op mij in elk geval: ik zie ineens dingen die ik voorheen niet had gezien) dan een uitgeprint Word-document, het definitieve ervan is ook precies wat me tot een allerlaatste krachtsinspanning prikkelt.
Wat is er dan nog allemaal veranderd? Kleine dingen vooral, met name storende klankherhalingen die ik over het hoofd had gezien (ook al tilt Houellebecq daar niet zo zwaar aan) en zinsvolgordes die toch beter konden worden omgegooid. Maar ook een paar grote dingen. Zo is bijvoorbeeld de reeks schilderijen die de hoofdpersoon in zijn belangrijkste artistieke periode maakt, in mijn vertaling maandenlang heel stabiel de ‘reeks eenvoudige vakken’ geheten, op het allerlaatst nog veranderd in ‘reeks elementaire beroepen’. In het Frans heet het la série des métiers simples; de keus voor ‘vakken’ had ik welbewust gemaakt vanwege de verdeling door het hele boek heen tussen de termen ‘vakken’ en ‘beroepen’ (métiers en professions), maar over het woord ‘eenvoudig’ had ik niet echt nagedacht. Toen na mijn proeflezeres Henja ook de redacteur van De Arbeiderspers (Peter Nijssen) over het woord ‘vakken’ struikelde en voor ‘beroepen’ pleitte, viel ineens het kwartje: de door Jed Martin afgebeelde beroepen zijn niet eenvoudig, gemakkelijk, maar enkelvoudig, onherleidbaar tot iets anders, elementair op dezelfde manier als de primaire kleuren dat zijn, zoals de Chinese essayist Wong Fu Xin ook ergens in het boek betoogt (p. 95). Als je zoiets eenmaal ziet, snap je niet waarom je het niet eerder hebt gezien, en toch had iedereen er overheen gelezen (ook de Duitse vertaler heeft het trouwens over de Serie einfacher Berufe). Nu maar even niet denken aan alle fouten die niemand heeft opgemerkt…
Het cliché wil dat een vertaling nooit perfect is. Dat klopt – niet omdat vertalingen per definitie tekort zouden schieten, maar omdat het wiskundige idee van perfectie domweg niet van toepassing is op een bezigheid die draait om interpretatie, in de dubbele betekenis van begrijpen en uitvoeren. Om dezelfde reden zijn ook oorspronkelijke teksten trouwens nooit perfect (en de romans van Houellebecq al helemaal niet). Hetgeen schrijvers en vertalers er uiteraard niet van mag weerhouden de lat zo hoog mogelijk te leggen.