Vouwtje!

Op de Michelinkaart van de departementen Creuse en Haute-Vienne loopt vlak naast het dorp Châtelus-le-Marcheix een vouw. Dat weet ik omdat ik de kaart in kwestie direct heb aangeschaft na mijn eerste lezing van La Carte et le territoire. In hoofdstuk 2 van het eerste deel beschrijft Houellebecq hoe zijn hoofdpersoon, de kunstenaar Jed Martin, bij het kopen en openvouwen ervan zijn ’tweede grote esthetische openbaring’ kent:

Die kaart was subliem; diep getroffen begon hij te trillen voor de toonbank. Nog nooit had hij zo’n prachtig, zo’n van emotie en betekenis vervuld voorwerp aanschouwd als die Michelinkaart op 1:150.000 van de Creuse en de Haute-Vienne. De essentie van de moderniteit, van het wetenschappelijke en technische begrip van de wereld, werd er vermengd met de essentie van het dierlijke leven. De tekening was complex en mooi, en door de beperkte kleurencode volmaakt helder. Maar in elk van de gehuchten en dorpen, weergegeven naar omvang, voelde je de hartslag, de roep van tientallen mensenlevens, van tientallen of honderden zielen – sommige voorbestemd tot de verdoemenis, andere tot het eeuwige leven.

Landkaarten bestuderen als esthetische objecten is iets wat ik zelf ook graag doe (zie deze lijst, nr. 40). Maar ik moet eerlijk bekennen dat ik aanvankelijk niet zeker wist of Houellebecq geen satirische bijbedoelingen had met het idee van kaarten als kunstwerken, vooral ook omdat Jed Martin na zijn esthetische openbaring niets anders meer weet te doen dan dag in, dag uit grootbeeldfoto’s van Michelinkaarten maken, zes maanden lang. Kunst, of slapstick?

De dubbelzinnigheid (overigens precies dezelfde die het werk van de elohimitische kunstenaar Vincent Greilsamer treft in Houellebecqs vorige roman, Mogelijkheid van een eiland) wordt uiteindelijk grotendeels weggenomen door de ernst waarmee de rest van Martins carrière wordt beschreven, met name de klassiek-schilderkunstige middenperiode. Ook de beschrijving van zijn werkwijze met de technische camera komt trouwens al heel wat minder satirisch over:

Voor de tentoonstelling had hij een deel van de Michelinkaart van de Creuse uitgekozen, waarop het dorp van zijn grootmoeder stond. Hij had een flink schuine invalshoek gebruikt, zo’n dertig graden ten opzichte van het platte vlak, en de balg tegelijk zo ver mogelijk gekanteld om een maximale scherptediepte te verkrijgen. Vervolgens had hij met Photoshop-filters de afstandsonscherpte en het blauwige waas aan de horizon toegevoegd. Op de voorgrond waren het meertje van Le Breuil en het dorp Châtelus-le-Marcheix te zien. Verderop leken de wegen die tussen de dorpen Saint-Goussaud, Laurière en Jabreilles-les-Bordes door het bos kronkelden een feeëriek, onschendbaar droomgebied te vormen. Helemaal achteraan en links op het beeld viel nog duidelijk het rood-witte lint van de snelweg A20 te onderscheiden, die leek op te doemen uit een mistbank.

‘DE KAART IS INTERESSANTER DAN HET GEBIED’, luidt de titel van de solotentoonstelling met Martins foto’s van Michelinkaarten. Hetzelfde geldt natuurlijk ook weer voor de relatie tussen de kaart en het kunstwerk dat erop is gebaseerd: het kunstwerk is interessanter dan de kaart. En nog een niveau verder: de beschrijving van het kunstwerk is interessanter dan het kunstwerk zelf. Van ‘realisme’ is bij dat alles overigens maar tot op zekere hoogte sprake, zoals hier boven al blijkt: in het echt zijn snelwegen op Michelinkaarten niet rood-wit maar rood-geel, en de vouwen in de kaart zijn kennelijk in rook opgegaan…

Toen ik Michel Houellebecq onlangs vroeg of ik hem dat soort weeffoutjes ook bij dit boek weer zou voorleggen, zoals ik ook bij zijn vorige boeken had gedaan, luidde zijn antwoord, niet geheel onverwacht na de discussie over dit onderwerp in Publieke vijanden: ‘Laten we uitgaan van de tekst en het realisme vergeten; de werkelijkheid is maar een vertrekpunt.’

N.B. Na zelf bij wijze van experiment een foto van genoemde Michelinkaart te hebben gemaakt (zie boven) ben ik ervan overtuigd dat dit procédé prachtige kunstwerken kan opleveren. Opmerkelijk vind ik vooral de suggestie van reliëf die de kronkelingen van de wegen oproepen. Nieuwe hobby?

Goncourt

Op 7 november 2005 was ik uitgenodigd voor een feestje. Plaats van handeling: Place Gaillon, Parijs, in het chique restaurant Drouant. Althans, daar zou het feest beginnen, waarna het al snel zou worden verplaatst naar een geheime locatie.

Bij Drouant wordt elk jaar begin november de winnaar van de Prix Goncourt bekendgemaakt. Vandaar ook dat feestje: na een eerdere close miss in 1998 voor Elementaire deeltjes kon de prijs Michel Houellebecq dit keer niet ontgaan voor Mogelijkheid van een eiland, zo was het algemene gevoelen, en dus drong ik mij rond lunchtijd door het gewoel om samen met de cameraploeg van filmmaker Erik Lieshout getuige te zijn van een symbolische lauwering waar de schrijver Houellebecq veel belang aan hechtte, ook al wist hij net als iedereen dat de Prix Goncourt allerminst een garantie op eeuwige roem betekent.

Maar helaas, het feestje ging niet door. Net als in 1998, toen de prijs naar Paule Constant ging voor Confidence pour confidence, bleek de weerzin tegen Houellebecq onder de juryleden te groot en viel de keus bij wijze van compromis op een pretentieloos niemendalletje, Trois jours chez ma mère van François Weyergans (door geen enkele Nederlandse uitgever het vertalen waard gevonden). En terwijl het beroemde jurylid Michel Tournier na afloop in vloeiend Duits zijn afkeer van Houellebecq kenbaar maakte aan een Duitse journalist, hoorde ik het al even beroemde jurylid Bernard Pivot de geruststellende woorden spreken: ‘Ach, Céline heeft de prijs ook niet gekregen voor Voyage au bout de la nuit. Maar Houellebecq krijgt hem nog wel een keer.’

Kaart en veldeffect

Die Haan en Hof toch. Dachten ze in La Carte et le territoire te zijn gestuit op een heus veldeffect, een literair-strategisch eerbetoon van de ene schrijver aan de andere, blijkt het allemaal op toeval te berusten, zoals Houellebecq zijn Nederlandse vertaler desgevraagd meldt: hij wist helemaal niet dat Châtelus-le-Marcheix het in Vies minuscules bezongen geboortedorp van Pierre Michon was, en heeft het plaatsje puur uitgekozen vanwege de schoonheid van de betreffende Michelinkaart (want daar gaat het boek tenslotte over).

Einde veldeffect? Nee hoor. Als een klein Frans dorpje in twee boeken een belangrijke rol speelt, gaan die boeken onherroepelijk met elkaar resoneren. De vraag of de auteur van het recentste boek dat wel zo bedoeld heeft, is dan irrelevant: de interpretatiemachines komen hoe dan ook op gang en produceren volautomatisch hun betekenissen (dikwijls vermomd als vermeende auteursintenties en doelbewuste strategieën, zoals al blijkt uit de termen die Hof in zijn vorige post gebruikt: ‘verborgen hints’, ’tongue in cheek-verwijzing’, ‘hommage’ etc.).

Het zal mij benieuwen wat voor effect dit allemaal zal hebben op de Franse literaire verhoudingen. Wordt vervolgd.

Michel Houellebecq, ‘La Carte et le territoire’, flaptekst

Michel Houellebecq, La Carte et le territoireAls Jed Martin, de hoofdpersoon van deze roman, het verhaal ervan moest navertellen, zou hij misschien beginnen bij een combiketel die het begaf op een koude dag in december. Of bij zijn vader, een bekend, geëngageerd architect, met wie hij tal van eenzame kerstdiners heeft genoten.

Hij zou in elk geval melding maken van Olga, een beeldschone Russische die hij aan het begin van zijn carrière heeft ontmoet toen hij voor het eerst zijn fotografische werk op basis van Michelinkaarten exposeerde. Dat was vóór hij wereldwijd succes boekte met zijn ‘beroepen’-reeks, waarin hij persoonlijkheden uit alle mogelijke milieus (onder wie de schrijver Michel Houellebecq) portretteerde tijdens de uitoefening van hun vak.

Hij zou ook moeten vertellen hoe hij commissaris Jasselin een gruwelijke moordzaak hielp oplossen, waarvan de afschuwelijke details het politiekorps nog lang zouden heugen.

Tegen het eind van zijn leven zou hij een zekere sereniteit bereiken en alleen nog gefluister voortbrengen.

Kunst, geld, liefde, dood, werk, de vader-zoonrelatie, Frankrijk als toekomstig toeristenparadijs: het zijn slechts enkele thema’s van deze uitgesproken klassieke en ronduit moderne roman.

[Vertaling van de Franse flaptekst van Michel Houellebecq, La Carte et le territoire, © Martin de Haan]